BOSWELL, J.,
Overgeleverd aan vreemden. Het verlaten van kinderen in de Oudheid en de Middeleeuwen. Vertaald door G. Pancras en T. Schel.
Balans, Amsterdam, 1990. 356p. ills. Paperback. Spreekt uit het sprookje van Hans en Grietje het schuldgevoel van ouders die hun kinderen noodgedwongen moesten prijsgeven? Is het peperkoekenhuisje hun heimelijk gedroomde redding voor de kinderen die zij het bos in stuurden? Dat blijft een onbeantwoorde vraag. Wel is duidelijk dat verlating van kinderen in Oudheid en Middeleeuwen - en nog lang nadien - een noodzakelijk kwaad was. Aan dit verschijnsel heeft John Boswell, hoogleraar aan Yale University, een belangwekkend boek gewijd. Zijn houding is die van een detective die uit een wirwar van vage sporen een helder beeld van de toedracht tracht te scheppen. Want welke geschiedenis is moeilijker te schrijven dan die van kinderen, die zelf geen sporen hebben nagelaten? Voor zover zij over zichzelf schreven, deden ze het als volwassenen, terugblikkend op een kindertijd die ver achter hen lag. In zijn betoog weet Boswell zijn lezer deelgenoot te maken van een spannende speurtocht. Hij maakt aannemelijk dat het te vondeling leggen van kinderen in de Oudheid een maatschappelijk aanvaard verschijnsel was. Ouders handelden niet uit wreedheid, maar waren hiertoe gedwongen uit armoede. Ze hoopten hun kinderen een betere toekomst te kunnen geven door ze over te leveren aan ‘the kindness of strangers’. (MAYKE DE JONG in Madoc, 1990, pp.102-103).
€ 10.00
(Antiquarian)